Watertrappelen.
1 minuut. Voor je diploma. Vingertjes boven water.
Hoofd achterover. Benen op hol. Heel je lijf werkt. Uit alle macht. Knalrood hoofd. Slok chloorwater op de koop toe. En angstige ogen op die grote klok. Hoe lang nog?
Maar je blijft gaan. Als een malle.
Want wat is het alternatief?
Later ontdek je:
-Beenslag hoeft niet sneller. Maar juist langzamer en krachtiger.
-Adem hoeft niet sneller. Maar juist gecontroleerder.
-Je hebt geen invloed op de klok. Wel of je er naar kijkt.
-Niet elke beweging draagt bij. Verdeel je energie.
En bovenal.
Hou je kop omhoog.
Wat er ook gebeurt.
Dus kanjer:
-Pas je tempo aan.
-Controleer wat je kan controleren.
-Beslis wat je aandacht geeft.
-Beweeg effectief.
En hou je kop omhoog.
Let’s go!